Analoge radioOver wanneer en waar de eerste omroepuitzending plaatsvond zijn de meningen verdeeld. Wel is bekend dat de eerste uitzending in Nederland plaatsvond op 6 november 1919. De radiopionier Hansa Henricus Schotanus á Steringa Idzerda zendt dan vanuit de Beukstraat 8-10 in Den Haag de eerste aflevering van het radioprogramma “Radio Soireé Musicale” uit. De zender had de roepletters PCCG. Deze zond uit op een golflengte van 670 m. De kwaliteit van de uitzending was matig. De zender was zwak en goede microfoons waren er nog niet. Een goede microfoon werd pas in 1927 uitgevonden. In de jaren twintig ontstaan vervolgens de eerste omroepverenigingen, waarvan de Hilversumse Draadlooze Omroep (HDO) in 1923 de eerste is. De HDO was opgericht door de Nederlandsche Seintoestellenfabriek (NSF) te Hilversum. De HDO is een voorloper van de AVRO. In 1924 richten de protestanten een eigen omroep op: de Nederlandsche Christelijke Radio Vereniging, NCRV. In 1925 beginnen de socialistische Vereeniging Arbeiders Radio Amateurs (VARA) en de Katholieke Radio Omroep (KRO) met het verzorgen van uitzendingen, ieder op een eigen vaste avond. De Vrijzinnige Protestantse Radio Omroep (VPRO) volgt in 1926 met eigen uitzendingen. De VPRO wil geen vaste avond en zendt af en toe religieuze programma's uit. In 1928 fuseert de HDO met een beginnende algemene omroep en gaat verder onder de naam Algemene Vereeniging Radio Omroep (AVRO). In 1930 vaardigt de minister van Waterstaat het eerste Zendtijdenbesluit uit. De zendtijd wordt verdeeld over de 5 omroepen. De NCRV en de KRO, die eerder een eigen zender in Huizen lieten bouwen, blijven op deze zender. Op de Hilversumse zender krijgen de AVRO en de VARA evenveel zendtijd en krijgt de VPRO een aantal zenduren. In het besluit wordt tevens bepaald dat er geen reclame mag worden gemaakt op de radio. Ondertussen was in 1925 de kortegolf in gebruik genomen. De zender PCJJ begint uitzendingen op een golflengte van 30 m. Op deze golflengte zijn grote afstanden te overbruggen. De Wereldomroep maakt nog steeds gebruik van de kortegolf om Nederlanders over (bijna) de hele wereld te kunnen bereiken. De kwaliteit van deze eerste uitzendingen was nog niet geweldig. Alhoewel de kwalitatief betere FM al in de jaren dertig is uitgevonden, komt grootschalig gebruik hiervan pas na de Tweede Wereldoorlog op gang. In de oorlog speelt de radio overigens een belangrijke rol. Direct na de bezetting begint in 1940 Radio Oranje vanuit Londen met een toespraak van koningin Wilhelmina haar eerste uitzending. De bezetter heft de publieke omroepen op en vervangt deze door de Rijksradio. Tevens wordt de luisterbijdrage geïntroduceerd. Iedere Nederlander met een radio moet een lusterbijdrage van 9 gulden per jaar gaan betalen. In 1994 begint vanuit het in het bevrijdende deel van Nederland liggende Eindhoven Radio Herrijzend Nederland met uizendingen. Na de oorlog wordt in 1947 de Nederlandse Radio Unie (NRU) opgericht. De NRU beheert de facilitaire voorzieningen waar de omroepen gebruik van maken. Ook begint in dat jaar de Stichting Radio Nederland Wereldomroep met uitzendingen. In de periode daarna komt grootschalig gebruik van de FM-band in gebruik. De kwaliteit van de uitzendingen is sindsdien uitstekend. De radio heeft zijn vaste plek in de huiskamer gevonden. In 1965 treedt een overgangsbestel in werking die het voor nieuwe omroepen mogelijk moet maken om tot het (publieke) bestel toe te treden. In 1969 treedt de Omroepwet in werking, waarbij de Nederlandse Omroep Stichting (NOS) wordt opgericht die de taken van de NRU overneemt en ook zelfstandig zendtijd krijgt. Met de opkomst van de radio neemt ook het aantal piraten in de ether toe. Twee voormalige piraten, de TROS en Veronica komen later in het publieke bestel terecht. De TROS stapt in 1966 over vanuit zijn boorplatform. De piraten van het zeeschip Veronica volgen in 1975. In de tussentijd heeft in 1970 ook de EO zijn plek in het publieke bestel verworven. Veronica stapt later weer uit het publieke bestel om commercieel verder te gaan. In 1998 komt de nieuwe jongerenzender BNN er juist bij. In 1988 komen de commerciële radiostations Radio 10 en Sky Radio vanuit het buitenland met een eigen programma. In eerste instantie zijn ze alleen via de kabel in Nederland te beluisteren. Pas in de jaren negentig krijgen de eerste commerciële radiozenders een zendvergunning. In 1992 krijgt Noordzee Nationaal als eerste commerciële radiostation een Nederlandse vergunning voor een eigen radiostation. In de eerste jaren zond het (noodgedwongen) alleen vanuit de kabel uit. In datzelfde jaar kregen de commerciële radiostations Radio 10, Sky Radio en RTL Radio, via een gang naar de rechter, een tijdelijke FM-vergunning. In 1994 volgt de uiteindelijke verdeling van de commerciële FM en AM-vergunningen. In 1998 krijgen ook diverse regionale en lokale commerciële radiostations een vergunning.
|
|||||||||||||
|
|||||||||||||
© Peter Anker, Gids in Frequentieland. |