DVB: Digitale Video Broadcasting
Digital Video Broadcasting is de digitale opvolger van de aanaloge TV. Het is een Europees project dat in 1990 van start ging. DVB is ontwikkeld voor zowel digitale TV via de kabel, de satelliet als via aardse netwerken. Doordat video MPEG-2 wordt gecodeerd, gaat DVB efficiënter om met de beschikbare transportcapaciteit dan analoge TV. Omdat bij DVB de uitzendingen digitaal zijn, kan er heel eenvoudig ook andere informatie worden overgezonden, bijvoorbeeld radioprogramma's of informatie over het programma, een programmagids, uitgebreide teletekst en zelfs interactieve diensten zoals toegang tot Internet. Maar daar is dan wel een apart retourkanaal voor nodig, bijvoorbeeld de telefoon of GSM.
Om DVB te kunnen ontvangen is een zogenaamde set-top box of een geïntegreerde digtale TV (iDTV) vereist. De basisfunctie van de set-top box is de conversie van het digitale signaal in een analoog signaal dat geschikt is voor de oude ‘analoge’ TV. Daarnaast bevat deze box software om versleutelde signalen, zoals betaal-TV, te kunnen decoderen. Naar verwachting zullen er binnenkort zeer uitgebreide set-top boxen of "Integrated Receiver Decoders" op de markt komen, die niet alleen geschikt zijn voor TV-ontvangst, maar ook diverse interfaces naar bijvoorbeeld een modem, PC, digitale videorecorder en DVD-speler zullen bevatten.
Verschillende standaarden
In 1994 werden de standaarden voor kabel TV (DVB-C) en satelliet TV (DVB-S) opgeleverd. Bij DVB-C is tot 38 Mbit/s beschikbaar in een kabel TV-kanaal van 8 MHz. Bij satelliet kunnen, afhankelijk van de kwaliteit, 4 tot 8 videoprogrammas via één satelliettransponder (één analoog TV-kanaal) digitaal worden verstuurd.
DVB-T
In november 1995 was overeenstemming bereikt over DVB via aardse zenders (DVB-T). De specificatie is gebaseerd op OFDM. Hierbij wordt het signaal verstuurd via 2000 (2k) of 8000 (8k) verschillende draaggolven. De 2k versie is eenvoudiger te implementeren, maar met de meer geavanceerde 8k versie, is het mogelijk om een Single Frequency Network op te bouwen. Dit houdt in dat een groter bereik kan worden gecreëerd door gebruik te maken van verschillende aardse zenders die allen op dezelfde frequentie werken.
DVB-H
In 2004 is daar DVB-H bijgekomen. DVB-H(andheld) is een variant op DVB-T die is gericht op het versturen van video naar een mobiele terminal. DVB-H is dan ook geoptimaliseerd op een laag batterijverbruik. DVB-H kan niet alleen gebruikt worden in een TV-kanaal van 6, 7 of 8 MHz breed maar ook in een kanaal van 5 MHz breed. Dit opent de mogelijkheid om DVB-H in banden voor mobiele communicatie, zoals UMTS, onder te brengen. DVB-H kan de informatie overbrengen via IP-datacast. Ook dit maakt integratie met een op IP gebaseerd mobiel telecommunicatientwerk eenvoudiger.
De datasnelheid is maximaal 15 Mbit/s, doordat er een extra laag met foutcorrigerende code is toegevoegd. Dit is gedaan omdat in een mobiele omgeving het transportkanaal minder betrouwbaar is. Net als DVB-T maakt DVB-H gebruik van OFDM. Voor het versturen van informatie wordt gewerkt met een 4k versie (3409 draaggolven). Integratie van DVB-T en DVB-H in dezelfde multiplex is mogelijk.
|