Het principe van radiocommunicatie

Klik hier voor een ouderwets radiogeluid. Klik hier voor een ouderwets radiogeluid.
Klik hier voor een ouderwets radiogeluid. Klik hier voor een ouderwets radiogeluid.
Klik hier voor een ouderwets radiogeluid. Klik hier voor een ouderwets radiogeluid.
Klik hier voor een ouderwets radiogeluid. Klik hier voor een ouderwets radiogeluid.

Het principe van een radioverbinding voor spraak is als volgt:

  • Spraak wordt door een microfoon omgezet in een elektrisch signaal.
  • Bij een digitaal systeem wordt de grootte van het signaal op periodieke momenten gemeten. Dit proces wordt bemonsteren genoemd.
    De grootte van het inmiddels bemonsterde signaal wordt vervolgens in een getal uitgedrukt. Hierbij zal altijd een afronding worden gemaakt.
  • De informatie wordt vervolgens op een draaggolf gezet. Dit proces heet moduleren.
    De informatie kan op de draaggolf worden gezet door de amplitude, de frequentie of de fase van de draaggolf te varieren.
  • Het signaal wordt tenslotte naar een antenne geleid en verzonden als elektromagnetische golf.


Keuze van de frequentie

Het frequentiespectrum loopt van 9 kHz tot 3000 GHz. De voor de communicatie gebruikte frequentie is van een groot aantal zaken afhankelijk waaronder de te overbruggen afstand, de benodigde bandbreedte en de grootte van de antenne.

Bereik

De te overbruggen afstand neemt in principe af met toenemende frequentie. Bij hogere frequenties gaan bovendien obstakels als huizen een rol spelen.

Bandbreedte

De benodigde bandbreedte is afhankelijk van de hoeveelheid informatie die moet worden overgezonden en de modulatietechniek. Voor het oversturen van een TV-signaal is ongeveer 5 MHz nodig terwijl bij telefonie een spraaksignaal een bandbreedte van ruim 3 kHz inneemt.

Antenne

Een antenne kan net als een lens bij licht de stralen in een bepaalde richting bundelen. Dit wordt de antenneversterking genoemd. De grootte van de antenne is evenredig met de golflengte. De golflengte is gelijk aan de lichtsnelheid (300.000 km/s of 300 m/µs) gedeeld door de frequentie. Een effectieve antenne heeft meestal een lengte van een kwart tot een halve golflengte.

Om een voorbeeld te geven. De frequentie van de FM-radio ligt rond de 100 MHz. Hierbij hoort een golflengte van 300 miljoen / 100 miljoen is 3 meter. De meeste draagbare radio's hebben een antenne met een lengte van een kwart golflengte, wat in dit geval overeenkomt met een lengte van 75 cm.

Techniek »

Terug naar boven.

 
© Peter Anker, Gids in Frequentieland.