UMTS in NederlandIn onderstaande plaatje is het frequentiebezit van de verschillende operators weergegeven zoals totstand gekomen na de veiling van eind 2012.
Ontwikkeling van UMTS in NederlandOorspronkelijk zijn in de zomer van 2000 in Nederland via een veiling 5 vergunningen vergeven voor UMTS. Het duurde echter nog tot begin 2004 voordat de eerste commerciële diensten werden aangeboden. Vodafone had de primeur. Op maandag 16 februari 2004 begon Vodafone met UMTS voor hoge snelheids data communicatie, met een UMTS Mobile Connect kaart voor de PC. De geboden datasnelheid ligt met een maximum van 384 kbit/s ongeveer een factor 10 boven de snelheid van GPRS. De dekking is nog niet in heel Nederland aanwezig. Het betreft Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht, Groningen, Den Bosch, Eindhoven en Maastricht en de snelwegen daartussen. In juni 2004 introduceerde Vodafone Live! via UMTS. Daarmee kwam UMTS ook voor de consument beschikbaar. Qua nieuwe diensten kwam Vodafone met diverse vormen van video: videoclips, video-telefonie, video-MMS en live-TV. Keuze voor een toestel was er nog niet. Er was maar één toestel beschikbaar, de Samsung Z105. KPN kwam half juli met UMTS. Net als bij Vodafone had KPN in eerste instantie alleen een PC kaart voor laptop gebruikers. De eerste UMTS telefoon was medio oktober 2004 beschikbaar. In april 2006 lanceerde T-mobile zijn netwerk dat meteen geschikt is voor HSDPA; een aanpassing van UMTS die hogere datasnelheden biedt aan de gebruiker. Vodafone en KPN kwamen in oktober 2006 met de mededeling dat hun netwerk geschikt wordt gemaakt voor HSDPA. Halverwege 2006 hebben deze drie operators een dekking van ongeveer 60% van de bevolking. Dit is echter niet voldoende om aan de verplichtingen van de vergunning te voldoen. De operators hebben de verplichting om eind 2006 in alle steden groter dan 25.000 inwoners dekking te hebben, inclusief de hoofdwegen daartussen.
Telfort is overgenomen door KPN en Orange is overgenomen door T-Mobile. KPN heeft daarbij de Telfort vergunningen teruggegeven aan de overheid. T-Mobile heeft het netwerk van Orange samengevoegd met zijn eigen netwerk. Sindsdien zijn er in Nederland 3 netwerken gebaseerd op UMTS en de verdere ontwikkeling daarvan (HSPA).
In Nederland zijn alle frequenties voor het aardse deel van UMTS in het voorjaar van 2000 geveild. De procedure voor de vergunningverlening is in april 2000 opgestart. Op 24 juli was de veiling beeindigd. Aan de veiling deden 6 partijen mee: T-Mobile (Ben), Orange (Dutchtone), KPN, Vodafone (Libertel), Telfort en Versatel, terwijl er 5 vergunningen beschikbaar zijn gesteld. Van de 6 partijen is Versatel afgevallen. Dit betekent dat alle bestaande GSM operators een UMTS vergunning hebben weten te bemachtigen. De vergunningenDe beschikbare frequentieband is opgedeeld in 5 pakketten. Er zijn 2 grote pakketten samengesteld van 2 × 15 MHz (3 kanalen) aan gepaarde frequenties en 5 MHz (één kanaal) ongepaarde frequenties alsmede 3 pakketten van elk ongeveer 2 × 10 MHz (2 kanalen) aan gepaarde frequenties en 5 MHz (één kanaal) ongepaarde frequenties. De grote pakketten zijn door Vodafone en KPN bemachtigd. Van deze 5 pakketten is er slechts aan één, vergunning A van Vodafone, de verplichting opgelegd om van de UMTS standaard gebruik te maken. Bij de andere vergunningen is de keuze voor de radio-interface vrijgelaten, zolang deze maar onder de IMT-2000 familie van 3e generatie systemen valt. Dit is een consessie die, onder druk van de Amerikanen, is gemaakt om hun kandidaat voor IMT-2000 te pushen. De verwachting is echter dat alle operators voor UMTS zullen kiezen. In onderstaande tabel is een overzicht gegeven van de vergunningen met de preciese frequenties. Aan vergunning A is de verplichting tot het gebruik van de UMTS standaard gekoppeld.
De vergunningen zijn uitgegeven voor een periode van 15 jaar voor commerciële dienstverlening. Hierbij is uitgegaan van een commerciële start op 1 januari 2002. Dit is de uiterste datum waarop volgens de Europese beschikking UMTS moet worden geïntroduceerd. De vergunningsperiode loopt dan ook tot en met 31 december 2016. Voor de uitrol van het netwerk is als eis opgenomen dat vóór 1 januari 2007 ten minste dekking moet worden gerealiseerd binnen de bebouwde kom van alle gemeenten met meer dan 25.000 inwoners, op alle hoofdverbindingswegen (auto-, spoor- en waterwegen) tussen deze gemeenten, langs de doorgaande autosnelwegen naar Duitsland en België en op of rond de luchthavens Schiphol, Beek en Zestienhoven, met een minimale bitsnelheid van 144 kbit/s. De verlengingOp 20 januari 2016 zijn de vergunningen voor de 1920-1980 MHz gepaard met de 2110-2170 MHz (de gepaarde frequenties, FDD) verlengd voor een periode van 4 jaar. Deze vergunningen zijn nu geldig tot 31 december 2020. De vergunningen zijn technologieneutraal gemaakt voor openbare mobiele communicatie. Het staat de vergunninghouder vrij welke technologie wordt gebruikt. De verplichting om UMTS te gebruiken is daarmee vervallen. Tevens is de vergunninghouder de mogelijkheid gegeven om via andere frequentieruimte te voldoen aan de dekkingsverplichtingen van de in 2000 geveilde 2100 MHz vergunningen te voldoen. De ongepaarde frequentieruimte (1900–1920 MHz en 2010–2025 MHz) is niet verlengd. De drie vergunninghouders hebben ieder 2×20 MHz tot hun beschikking (zie het plaatje hierboven). De vergunninghouders hebben ieder € 23.628.000,- betaald voor deze verlenging. |
||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
© Peter Anker, Gids in Frequentieland. |