Maritieme communicatie - een korte geschiedenisIn het begin van de vorige eeuw kwam de scheepstelegrafie op. In die tijd was het alleen mogelijk om met behulp van Morse signalen met schepen te communiceren. De scheepstelegrafie werd met name gebruikt tbv de passagiers. De eerste schepen die een radiotelegrafiestation aan boord hadden voor commerciële doeleinden waren het Duitse passagiersschip "Kaiser Wilhem der Grosse" en het Belgische schip "Princess Clementine", beide in 1900. De eerste Nederlandse schepen die met een scheepstelegraaf waren uitgerust, waren vanaf 1904 de schepen van de Maatschappij Zeeland die voeren op de lijn Vlissingen-Queenborough. In de begindagen was Marconi Wireless de grootste leverancier van scheepstelegrafiestations en de bijbehorende kuststation. Al snel verscheen echter ook het Duitse Telefunken op het toneel. Het ging in die tijd nog om eenvoudige vonkzenders die werkten op een frequentie van 100 - 600 kHz, of zoals het in die tijd werd genoemd, golflengten van 3000 tot 500 meter.
Pas in de jaren 1920 werden buizen gebruikt, waarmee het mogelijk werd om preciezer op een golflengte (frequentie) af te stemmen. Tijdens de internationale radio conferentie van 1927 in Washington werden er afspraken gemaakt over buizenzenders en werden er ook hogere frequenties, tot in de kortegolf, in gebruik genomen voor de communicatie met schepen. Door gebruik van de kortegolf werd berichtenuitwisseling wereldwijd mogelijk. Ook werd er toen afgesproken om het in vervolg over frequenties (in kc/s) te hebben in plaats van over golflengten. Vnaf het begin van de 1930-er jaren werd het ook mogelijk om met schepen een spraakverbinding op te zetten. De spraakkwaliteit van dergelijke verbindingen is echter niet van hoge kwaliteit. De verbindingen van en naar schepen wordt over de kortegolf afgewikkeld via kuststations als Scheveningen-Radio. In 1957 werd de marifoon ingevoerd voor de communicatie langs de kust en op de binnenwateren. Dit systeem werkt op een veel hogere frequentie (156 - 162 MHz). De spraakkwaliteit een stuk beter, maar de reikwijdte is beperkt tot hooguit 50 km. De frequenties voor de marifoon zijn gestandaardiseerd, zodat de apparatuur overal ter wereld in de kustwateren kan worden gebruikt. Voor de binnenvaart worden er andere eisen gestel daan de marifoon en zijn andere kanalen in gebruik. In 1979 werd de International Maritime Satellite Organisation (Inmarsat) opgericht. Vanaf begin jaren 1980 is het dan ook mogelijk om schepen nagenoeg wereldwijd via de satelliettelefoon met een goede spraakkwaliteit te bereiken. Satellietcommunicatie is alleen niet mogelijk in de poolgebieden. Tegenwoordig zijn al deze systemen nog in gebruik. Op volle zee kan via de MF/HF scheepsradio of de satelliettelefoon met schepen contact worden gelegd. Langs de kust en op de binnenwateren wordt gebruik gemaakt van een marifoon op de VHF.
Bedieningscertificaat |
|||||
|
|||||
© Peter Anker, Gids in Frequentieland. |