Maritieme communicatie

Radiocommunicatie met schepen mag dan de oudste toepassing zijn, deze is nog springlevend. Vanaf het allereerste begin is er dan ook veel veranderd. De eerste systemen waren van slechte kwaliteit en waren dan ook alleen geschikt voor morse. In de jaren vijftig nam de PTT het TOR-systeem in dienst (Teletype Over Radio). Hiermee werd betrouwbaar telexverkeer met schepen mogelijk.

Al in 1931 werd het ook mogelijk om met schepen een spraakverbinding op te zetten. De spraakkwaliteit van deze verbindingen is echter niet van hoge kwaliteit. De verbindingen van en naar schepen wordt afgewikkeld via kuststations zoals Scheveningen Radio. Ook nu nog wordt van dergelijke spraakverbindingen gebruik gemaakt. Deze werken op de kortegolf, ruwweg lopend van 3 - 30 MHz.

In 1957 werd een marifoon-systeem in dienst genomen. Deze werkt op een veel hogere frequentie, rond de 160 MHz. Hierdoor is de spraakkwaliteit een stuk beter, maar is de reikwijdte ook beperkt. Door zijn veel geringere reikwijdte, ca. 50 km, is deze alleen geschikt voor de kustwateren en de binnenwateren. De frequenties voor de marifonie zijn gestandaardiseerd zodat de apparatuur overal ter wereld kan worden gebruikt.

Het heeft echter tot 1979 geduurd voordat er een wereldomvattend communicatienetwerk voor schepen kwam. Vanaf die tijd zijn schepen ook midden op de oceaan per telefoon bereikbaar. De communicatie wordt hierbij afgewikkeld via een satelliet. Deze satellieten zijn in handen van Inmarsat, International Maritime Satellite Organisation. Inmarsat bood voor de communicatie met schepen twee verschillende diensten aan. Eén voor zowel telefonie als datacommunicatie en één voor uitsluitend datacommunicatie. Sinds die tijd heeft Inmarsat zijn dienstenpakket behoorlijk uitgebreid. Zie hiervoor verder het hoofdstuk over satellietcommunicatie.


Terug naar boven.

 
© Peter Anker, Gids in Frequentieland.